APC is een medische endoscopische procedure, waarbij een geioniseerde argon-gasstroom (plasma) wordt ‘afgevuurd’ door een slangetje, dat door een werkkanaal in de endoscoop wordt opgevoerd in de slokdarm. Het slangetje wordt vlakbij de afwijking gehouden waarna een stroompje argongas wordt uitgestoten. Door een korte stroomstoot ontstaat er een soort (mini-)vlammenwerpereffect. Zodoende wordt het weefsel plaatselijk weggebrand en zo kan o.a. ook een bloeding in de slokdarm worden dicht gebrand.
Barrett slokdarm (Barrett's oesofagus)
In een Barrett slokdarm is het normale, parelmoerwitte slokdarmslijmvlies onderaan de slokdarm, vervangen door een abnormaal roze slijmvlies dat intestinale metaplasie bevat. In het Barrett slijmvlies is de kans op het ontstaan van kanker hoger dan in ander slijmvlies.
Biopsie
Een biopsie is het weghalen van een stukje weefsel (uit de slokdarm) om onderzocht te worden door de patholoog, met de bedoeling een diagnose te stellen. Het weggenomen weefsel heet een biopt.
Brush
Aan het uiteinde van een metalen draad, welke door een werkkanaal in de endoscoop wordt opgevoerd, bevindt zich een borsteltje (ca. 1 of 5 cm). Hiermee worden oppervlaktecellen van de Barrett slokdarm verzameld voor onderzoek, door het enkele malen heen-en-weer te borstelen langs de slokdarmwand.
Dysplasie
Onrustige cellen. Dysplasie wordt gezien als een voorstadium van kanker. We maken onderscheid tussen laaggradige dysplasie en hooggradige dysplasie. Dit onderscheid geeft de mate van onrust in de cellen aan. Bij hooggradige dysplasie is er sprake van meer onrust dan bij laaggradige dysplasie.
Endoscoop
Een flexibele zwarte slang met een camera. Hiermee worden de slokdarm, de maag en de darmen bekeken. De endoscoop bevat naast een cameraatje ook een werkkanaal waar kleine instrumenten doorheen kunnen.
Endoscopie
Een endoscopie is het onderzoeken van het maag-darmstelsel met behulp van een endoscoop. Tijdens de endoscopie is op een tv-scherm te zien wat er eventueel mis is in de slokdarm/maag/darm. Daarnaast kunnen er o.a. biopten worden afgenomen en afwijkingen worden behandeld tijdens een endoscopie.
Endoscopische (mucosa) resectie
Een verzamelnaam van verschillende technieken waarmee afwijkingen in de oppervlakkige laag van de slokdarmwand, maag of 12-vingerige darm kunnen worden verwijderd.
Follow-up
Geregelde nacontrole van (Barrett) patiënten, na een behandeling.
Gastroscopie
Kijkonderzoek van de slokdarm en maag, door middel van een endoscoop.
here
here
Helicobacter Pylori
Een bacterie die bij ongeveer 50% van de wereldbevolking voorkomt. Het kan een lichte ontsteking van de maagwand veroorzaken, waar men geen last van hoeft te hebben. Helicobacter Pylori kan echter ook zorgen voor het ontstaan van een maagzweer en de kans op maagkanker vergroten.
Hernia diafragmatica
Een hernia diafragmatica is een breuk in het middenrif. Het middenrif is een platte spier die de buikholte en de borstkas van elkaar scheidt. In het midden van deze spier zit een gat waar een aantal grote bloedvaten en de slokdarm doorheen gaan. Bij een middenrifbreuk is dit gat te groot geworden waardoor een klein deel van de maag in de borstkas omhoog komt. Het geeft dan vaak maagklachten en zuurbranden, doordat de zure maaginhoud makkelijk wordt teruggestuwd. Hier kan de slokdarm niet goed tegen.
Histologisch onderzoek
Onderzoek van weefsel met behulp van een microscoop (bijvoorbeeld van slokdarmbiopten). Stukjes weefsel (bijvoorbeeld slokdarm biopten) worden in plakjes gesneden die onder de microscoop bekeken kunnen worden door de patholoog. Op deze manier stelt de patholoog de diagnose.
Hooggradige dysplasie
Zeer onrustige cellen. We maken onderscheid tussen laaggradige dysplasie en hooggradige dysplasie. Dit onderscheid geeft de mate van onrust in de cellen aan. Bij hooggradige dysplasie is er sprake van meer onrust dan bij laaggradige dysplasie en er is een hogere kans op het ontwikkelen van slokdarmkanker.
Intestinale metaplasie
Intestinale metaplasie is de verandering (metaplasie) van het epitheel (bovenste laag van het slijmvlies in de slokdarm) in slijmvlies dat lijkt op maagslijmvlies. Deze epitheelverandering is wat we de Barrett slokdarm noemen.
Laaggradige dysplasie
Matig onrustige cellen. We maken onderscheid tussen laaggradige dysplasie en hooggradige dysplasie. Dit onderscheid geeft de mate van onrust in de cellen aan. Bij laaggradige dysplasie is er sprake van minder onrust dan bij hooggradige dysplasie en er is een lagere kans op het ontwikkelen van slokdarmkanker dan bij hooggradige dysplasie.
Patholoog
Specialist die met behulp van een microscoop onderzoek verricht op weefsel dat wordt verkregen tijdens bijvoorbeeld een endoscopie (biopten) of een operatie. De patholoog kan hiermee een diagnose stellen.
Randomiseren
Het volstrekt willekeurig verdelen van proefpersonen over de groepen in een experimenteel onderzoek, door middel van een lot.
Reflux
Terugstroom van zure maaginhoud in de slokdarm.
Surveillance
Surveillance betekent letterlijk ‘bewaking’. In het geval van een Barrett slokdarm: het regelmatig endoscopisch controleren (endoscopie met biopten) van de slokdarm om tijdig eventuele afwijkingen te ontdekken en, indien nodig, te behandelen.
Vroegcarcinoom
Vroege vorm van kanker die zich beperkt tot de mucosa (= bovenste weefsellaag). In dit geval kan de patiënt meestal endoscopisch behandeld worden (zie endoscopische en radiofrequente ablatie) en hoeft er geen operatie (buismaag) plaats te vinden. De endoscopische behandeling heeft een zeer goede prognose.